Liefde voor de natuur

“In ‘it bos zijn ze niet”, wist hij me te vertellen. “Maar in ’n ande’ bos waa’ ze snel naartoe ‘aan, zijn ze er wel. De g’ote ‘addestoel ‘et witte stippe.“. Hij keek me onderzoekend aan en een beetje verontrust. Alsof hij het zelf allemaal probeerde te begrijpen. Ondertussen wilde hij zijn kennis graag met me delen.

Hij zat op zijn loopfiets en was overduidelijk een natuurliefhebber, want ieder plantje kreeg zijn aandacht.

Ik genoot van zijn liefde voor de natuur. Zijn vader en oudere broertje waren doorgelopen, maar hij nam de tijd om mij te vertellen over de mooie grote paddenstoel, rood met witte stippen, van de kabouter. We zongen samen een paar zinnen van het liedje.

Zo lief. Ik denk dat hij hooguit drie jaar was.

Later op mijn wandeling kwam ik deze schoonheid tegen. Deze is voor jou, jongen en blijf zo houden van de natuur!

Herinner jij je nog hoe je als kind gefascineerd kon zijn van de natuur?